Henny Solleveld heeft zich, na afronding van zijn studie fysiotherapie (1979) en sportfysiotherapie, direct gespecialiseerd in de orthopedische geneeskunde volgens Cyriax (1980-1983). Later volgden onder meer diplomering in de acupunctuur (NAAS-C diploma), neuraaltherapie en Naturopathie.
Al snel ging zijn interesse uit naar veranderde occlusale functies en kenmerken en de eigenzinnige (neurologische en anatomische) gevolgen van dergelijke storingen. Parallel aan deze problematiek wordt uiteindelijk het opsporen en lokaliseren van dentogene haardactiviteit zijn specialisme. Zo heeft hij begin jaren negentig, in samenwerking met Dr. Erik-Jan de Wilde, klinisch psycholoog en destijds verbonden aan de Universiteit van Leiden, afdeling klinische- en gezondheids-psychologie, correlatieonderzoek uitgevoerd naar de (neurogene) effecten van geïmpacteerde verstandskiezen en depressiviteit bij adolescenten. In Duitsland specialiseert hij zich als Heilpraktiker in een belangrijk diagnostisch aspect van de neuraaltherapie, namelijk de dentogene stoorveldactiviteit. Aansluitend studeert hij af aan de American University of Naturopathic Medicine en behaalt zijn PhD-graduatie. In die periode geeft hij als gastdocent meerdere voordrachten en workshops over kaakgewrichtproblematiek met als thema’s ‘Kiezen of Helen?’ en ‘Waarom sneed Vincent van Gogh zijn oor af?’.
Omdat Solleveld zich gaandeweg voornamelijk bezighield met het onderzoeken van de oorzakelijke factoren bij chronische dan wel recidiverende klachten van het houding- en bewegingsapparaat, ziekten en aandoeningen in relatie tot de het gebit en occlusoposturaliteit in het bijzonder, bestudeerde hij in dat perspectief ook deze aspecten in correlatie met blessuregevoeligheid bij profvoetballers. Solleveld verzorgt regelmatig voordrachten en masterclasses met als thema HET GEBIT ALS SPELBREKER.
Begin 2007 is Solleveld één van de initiatiefnemers van SportsInjuryLab en thans ook hoofdonderzoeker van het wetenschappelijke kennis- en onderzoekscentrum. Het hoofdaccent bij dit onafhankelijk instituut richt zich op voornoemde problematiek in relatie tot het houdings- en bewegingsapparaat en de gevolgen ervan op de conditie en performanceontwikkeling van de sporters. Eerder heeft hij wetenschappelijk onderzoek verricht onder atleten en profvoetballers. Dat laatste heeft onder meer geleid tot het artikel ‘Associations between poor oral health and reinjuries in male elite soccer players: a cross-sectional self-report study’ dat werd gepubliceerd in BMC Sports Science, Medicine and Rehabilitation (2015).
Uit voornoemd wetenschappelijk onderzoek onder voetballers is gebleken dat toename van blessuregevoeligheid en het ontvankelijk zijn voor herblessures zijn terug te voeren op bepaalde gebitsproblemen al of niet in combinatie met kaakgewrichtproblematiek. Een en ander zorgde voor een andere, holistische fysiotherapeutisch-diagnostische invalshoek als het gaat om aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat en bij chronische ziekten en aandoeningen. Dit heeft er toe geleid dat hij gaandeweg door zijn specifieke praktijkvoering vele patiënten heeft kunnen helpen die vastgelopen waren in hun zoektocht naar de oorzaak van hun klachten en in het helingsproces.